Eén van de dierlijke producten die onze bijen produceren, is was. Was zweten de werksterbijen vanaf hun twaalfde tot hun zeventiende levensdag. De vier wasklieren zijn gelegen onderaan de vier achterste segmenten van de romp van de bij. De witte wasplaatjes die onderaan de bij te voorschijn komen worden met de achterpoten getransporteerd naar de mond van de bij waar ze met speeksel vermengd en gekauwd worden tot ze werkbaar zijn voor de ratenbouw. Die wasraten hebben de bijen nodig om hun nest te bouwen, waarin ze voedsel zoals nectar, water en stuifmeel kunnen stapelen.
Ook hebben ze de raten nodig om hun kroost in groot te brengen. De koningin legt haar eitjes in de cellen. Die eitjes worden na drie dagen een larve. Die larve wordt na zes dagen een pop. Na twaalf dagen pop wordt de werksterbij geboren.
Om één kilogram was te produceren verbruiken de bijen ongeveer 7 kilogram voedsel. Eén bijenraat kan tot dertig maal haar gewicht dragen. De cellen zijn zeshoekig gebouwd. Het meetvermogen van de bijen zit in de antennes die op de kop van de bij staan.
Gebruik
Was wordt voor heel veel doeleinden gebruikt. Men gebruikte het vroeger als brandstof om licht te maken. Voor het maken van kaarsen wordt ook was gebruikt. Al of niet vermengd met stearine of paraffine. Was wordt ook gebruikt in de cosmetica voor zalfjes (lippenstift) en dergelijke. In boenwas wordt ook was verwerkt. Zelf kunstenaars maken er wassen beelden van. Denken we maar aan de museums van Madame Tussauds.
Wij imkers, gebruiken onze was meestal terug om kunstraten voor onze bijenvolken te maken. Hiervoor bestaan er speciale toestellen die in de handel te verkrijgen zijn. We kunnen ook de geoogste was inleveren in de bijenwinkel die er terug kunstraten van maakt.
Oogsten
Om een bijenvolk gezond te houden moeten de raten die meerdere malen bebroed werden, verwijderd worden. De imker kan dit via verschillende bedrijfsmethodes doen. Zo kan hij bijvoorbeeld nieuwe raten laten uitbouwen in de honingzolder en deze achteraf naar de broedbak brengen. Uit de oude raten die hij uit de broedbakken verwijdert, kan hij was herwinnen. Oude wasraten kan men in stukken uitsnijden, die dan op een hout- of gasvuur gekookt of gestoomd worden. Dit wordt niet veel meer gedaan. Het is praktischer om de raten te hangen in een speciaal daarvoor gemaakte bak en met behulp van een stoomtoestel de wasraten te smelten. De gesmolten was vangen we op in een bakje of een emmertje.
Dit toestel noemen we een stoomwassmelter. Ook kan de was herwonnen worden met een zonnewassmelter. Dit is een houten platte bak met glasplaat bovenop die in de zon geplaatst wordt, de raten liggen er plat in en worden met het zonlicht tot smelten gebracht. De was wordt opgevangen in een conisch bakje. Nadeel van de zonnewassmelter is dat we afhankelijk zijn van de zon.
Wasmotten
Sommige insecten vinden hun voedsel in de wasraten van de bijen. Bijenkasten die leeg staan of zwakke volken waarvan niet alle raten bezet zijn, zijn ideale plaatsen voor wasmotten. De motten leggen ook hun eitjes in de raten om zich te kunnen voortplanten. We hebben twee soorten wasmotten: de kleine wasmot (Achroea Grisella) en de grote wasmot (Galleria Melonella). Om te voorkomen dat wasmotten zich tegoed doen aan de raten, is het aangewezen om de raten te stapelen in een insectendichte kast of toren. Die toren is een stapel kastrompen waarin niet gebruikte raten worden gestapeld. De toren is boven- en onderaan afgedicht met een vlieggaasdraad.
Samenstelling van bijenwas
Was bestaat uit vetachtige stoffen van dierlijke oorsprong. Het bestaat uit esters van vetzuren met vetalcoholen met lange ketens.
Bijenwas bestaat voor ongeveer 60% uit myricine dat op haar beurt uit ongeveer 30% palmitinezuurmyricylester bestaat. Verder komen in bijenwas cerotinezuur, melissezuur en vergelijkbare zuren (12 %), alkanen (ongeveer 14 %), alcoholen (ongeveer 1 %) en andere stoffen, zoals bijensoortspecifieke aromastoffen (6 %) voor. (Patrick Caesteker)